Bouwdefinities

Stalen balk met een H-vorm, gebruikt voor structurele ondersteuning in gebouwen.

Houten balken met een specifieke vorm, vaak gebruikt voor het creëren van stevige en stabiele constructies.

Een stalen of aluminium balk met een doorsnede in de vorm van een H, gebruikt voor draagconstructies.

Een schuin geplaatste balk of paal die dient om een constructie te verstevigen.

Muur die een rechte hoek vormt met een andere muur, essentieel voor de stabiliteit van een constructie.

Term die wordt gebruikt voor de fundering van een constructie, vooral in de context van stabiliteit en veiligheid.

Dakvorm die een gebogen of halfronde structuur heeft, vaak gebruikt in moderne architectuur.

Schaduw die wordt gevormd door een object dat gedeeltelijk wordt bedekt door een ander object, belangrijk in landschapsarchitectuur.

Een type bout met een kop die de vorm heeft van een hamer, vaak gebruikt in metalen constructies.

Verbinding waarbij een handmatige bediening wordt gebruikt om leidingen of andere componenten te openen of te sluiten.

Gereedschappen die met de hand worden bediend, zoals hamers, zagen en schroevendraaiers.

Grepen die worden gebruikt om apparatuur of deuren te openen of te sluiten.

Gereedschappen die zonder elektriciteit of batterijen werken, zoals hamers en zagen.

Deel van een gereedschap of apparaat dat wordt vastgehouden om het te bedienen.

Zaag die met de hand wordt bediend, vaak gebruikt voor het zagen van hout of andere materialen.

Een steiger die aan de bovenkant van een gebouw is opgehangen voor werkzaamheden aan de gevel.

Gevelontwerp waarbij de gevel uitsteekt zonder ondersteuning eronder, vaak toegepast in moderne architectuur.

Een type bed of zitmeubel dat aan twee punten is opgehangen, vaak gebruikt in buitenruimtes of bij bouwplaatsen voor ontspanning.

Beveiligingsslot dat aan een hek of deur kan worden bevestigd, vaak gebruikt in bouwplaatsen.

Een kozijn gemaakt van hardhout, dat bekend staat om zijn duurzaamheid en weerstand tegen rot.

Vloeren gemaakt van duurzaam en sterk hardhout, bekend om hun lange levensduur en esthetische aantrekkingskracht.

Een harde, natuurlijke steensoort die vaak wordt gebruikt voor gevelbekleding, vloeren en werkbladen.

Indeling die de verschillende onderdelen van een constructie weergeeft, vaak gebruikt in bouwplannen.

Een speciaal type mortel dat wordt gebruikt om bouwmaterialen stevig met elkaar te verbinden.

Tafels die hydraulisch kunnen worden omhoog of omlaag gebracht voor het verplaatsen van zware materialen.

Het in de grond drijven van palen om de fundering van een gebouw te versterken.

Een bouwtechniek waarbij heipalen in een zandlaag worden geslagen om een stabiele fundering te creëren.

Lange paal die in de grond wordt geslagen om een stevige fundering te bieden, vaak toegepast in zwakke grond.

Machine die wordt gebruikt om heipalen in de grond te slaan, essentieel voor funderingen in zwakke grond.

Platte plaat die gebruikt wordt in hekwerken voor extra ondersteuning of bescherming.

Gereedschap voor het hakken of snijden van materialen, vaak gebruikt in metselwerk en steenbewerking.

Structuur die wordt gebruikt om een terrein af te bakenen of te beveiligen, vaak gemaakt van gaas of hout.

Glas dat volledig transparant is, vaak gebruikt voor ramen en gevels in moderne gebouwen.

Een dak met een schuine helling, vaak toegepast om waterafvoer te verbeteren.

Een muur die niet verticaal staat maar onder een hoek is geplaatst, vaak om constructieve redenen of voor esthetiek.

De hellingshoek van een oppervlak, zoals een dak, die de waterafvoer en esthetiek beïnvloedt.

De mate van helling van een dak, uitgedrukt in graden of als een verhouding van hoogte en lengte.

Hellend oppervlak dat wordt gebruikt voor toegang tot gebouwen of structuren, vaak gebruikt voor rolstoelen of vrachtwagens.

Duurzaam bouwmateriaal gemaakt van hennepvezels en beton, bekend om zijn isolerende eigenschappen.

Een groot en vaak statig huis, vaak met meerdere verdiepingen en een indrukwekkende architectuur.

Materialen die opnieuw kunnen worden gebruikt in bouwprojecten, vaak toegepast om afval te verminderen.

Een eenvoudig hulpmiddel dat wordt gebruikt om zware voorwerpen te verplaatsen door het principe van hefboomwerking.

Een band, vaak gemaakt van sterk synthetisch materiaal, gebruikt voor het hijsen van zware objecten in de bouw.

Gereedschappen die worden gebruikt voor het hijsen of tillen van zware objecten, zoals takels en katrollen.

Een mechanisch systeem dat wordt gebruikt om zware lasten te heffen en te verplaatsen tijdens het bouwproces.

Machine die wordt gebruikt om zware lasten op te tillen en te verplaatsen op bouwplaatsen.

Touw of kabel die wordt gebruikt voor het optillen van lasten, vaak in combinatie met een hijskraan of takel.

Speciaal glas dat bestand is tegen hoge temperaturen, toegepast in bijvoorbeeld openhaarden of fornuizen.

Materiaal dat bestand is tegen hoge temperaturen en wordt gebruikt in constructies die aan extreme hitte worden blootgesteld.

Instrument dat de temperatuur van materialen of omgevingen meet, belangrijk in bouwprocessen.

Verhoogde temperatuur in materialen of structuren die kan leiden tot schade of falen.

Een metalen bevestigingsstuk dat wordt gebruikt om constructiedelen, zoals muren en daken, in de hoeken te verankeren.

Verbinding tussen twee elementen die een hoek met elkaar vormen, vaak gebruikt in meubels en constructies.

Een leiding die ontworpen is om vloeistoffen of gassen onder hoge druk te transporteren.

Blokken met een holle structuur, vaak gebruikt voor isolatie en gewichtreductie in muren.

Een grote, dragende balk die de last van de bovenliggende constructie verdeelt.

Belangrijkste fase van een bouwproject waarin de meeste werkzaamheden plaatsvinden.

Gebouwen die meer dan vijf verdiepingen hebben, vaak met een speciaal ontwerp en constructiemethoden.

Verschil in hoogte tussen twee punten, vaak belangrijk bij het ontwerpen van gebouwen en infrastructuur.

Een machine met een uitschuifbaar platform dat gebruikt wordt om op hoogte te werken, zoals gevelreparaties.

Krachtsbelasting die zijwaarts op een constructie werkt, zoals windbelasting op een gevel.

De tijd dat een materiaal of product bruikbaar blijft zonder in kwaliteit te verminderen, vaak toegepast in bouwmaterialen.

Een mengsel van houtvezels en cement dat wordt gebruikt voor constructie-elementen zoals wanden en vloeren.

Ambachtelijke techniek die zich richt op het bewerken en vormen van hout voor verschillende toepassingen.

Machine die speciaal is ontworpen voor het bewerken van hout, zoals zagen en frezen.

Houten constructie-element dat wordt gebruikt voor ondersteuning en constructie in gebouwen en andere structuren.

Vloeren die zijn gemaakt van hout, bekend om hun warmte en esthetiek.

Dunne laag hout die op andere materialen wordt aangebracht voor esthetische doeleinden.

Een methode voor het behandelen van hout om de levensduur te verlengen door het onder te dompelen in olie of andere chemicaliën.

Schade aan hout veroorzaakt door schimmels, vaak door vochtigheid, die de sterkte en integriteit van houten constructies aantast.

Draagstructuur van een gebouw die is gemaakt van houten balken en kolommen.

Bouwmethode waarbij een frame van houten balken en kolommen de basis vormt voor de constructie.

Materiaal dat wordt gebruikt voor het maken van bepaalde bouwproducten, zoals gipsplaten.

Ambacht waarbij hout wordt bewerkt om decoratieve of functionele objecten te creëren.

Een type isolatiemateriaal gemaakt van houtsnippers, toegepast voor thermische isolatie van gebouwen.

Proces waarbij hout wordt behandeld om de levensduur en weerstand tegen insecten en schimmels te verbeteren.

Een plaatmateriaal gemaakt van samengeperste houtvezels, gebruikt voor isolatie en wandconstructie.

Apparaten die in woningen worden gebruikt, zoals fornuizen en koelkasten, vaak ingebouwd in de keuken.

Installaties voor elektriciteit, gas en water in een gebouw, vaak met gebruik van leidingen en kabels.

Leidingen die water, gas of elektriciteit naar verschillende delen van een gebouw transporteren.

Bevestiging waarop het huisnummer van een gebouw staat, vaak zichtbaar vanaf de straat.

De algemene term voor het bouwen of aanbieden van woningen, inclusief appartementen en huizen.

Groep van woningen die in één ontwerp zijn gebouwd, vaak met gemeenschappelijke kenmerken en stijl.

Tijdelijke constructie die wordt gebruikt ter ondersteuning tijdens de bouw of renovatie.

Een systeem dat gebruik maakt van vloeistofdruk om beweging of kracht over te brengen, vaak gebruikt in bouwmachines.

Systeem dat gebruikmaakt van vloeistofdruk om machines of apparatuur te bedienen, vaak toegepast in bouwmachines.

Een kraan die gebruik maakt van vloeistofdruk om zware lasten te verplaatsen tijdens bouwactiviteiten.

Lift die gebruik maakt van hydraulische druk om zich omhoog of omlaag te bewegen, vaak toegepast in bouwprojecten.