Onverwachte kosten die ontstaan door fouten of gebreken tijdens het bouwproces.

De voorgevel van een gebouw, vaak de architectonisch meest prominente zijde.

Isolatiemateriaal dat aan de buitenkant van een gebouw wordt aangebracht om warmteverlies te minimaliseren.

Het schoonmaken van de buitenkant van een gebouw om vuil, algen of vervuiling te verwijderen.

Materialen die aan de buitenkant van een gebouw worden aangebracht om de gevel te beschermen of te verfraaien.

Een steiger die langs de gevel van een gebouw wordt geplaatst om werkzaamheden aan de buitenkant mogelijk te maken.

Instrument dat aangeeft in welke fase een bouwproject zich bevindt, vaak gebruikt in projectmanagement.

Houten balken die worden gebruikt als tijdelijke ondersteuning tijdens de bouw van een structurele opbouw.

Gereedschap dat wordt gebruikt voor het afwerken van beton of andere materialen tijdens de bouw.

Constructie-element dat wordt gebruikt om grote lasten van de bovenliggende structuren naar de fundering over te brengen.

Houten plank die gebruikt wordt voor het verstevigen van hoeken of randen in een constructie.

Stalen platen die worden gebruikt voor de bekisting van gewapend beton, vooral in zware constructies.

Vloersysteem dat is ontworpen voor thermische isolatie en geluiddemping, vaak gebruikt in moderne bouwprojecten.

Een merk van gipsvezelplaten die worden gebruikt voor wanden en plafonds, bekend om hun brandwerende en geluidsisolerende eigenschappen.

Materiaal gemaakt van cement en vezels dat wordt gebruikt voor gevelbekleding en dakbedekking, bekend om zijn duurzaamheid.

Prefab betonelementen van het merk Fibo, vaak gebruikt voor muren en wanden in de bouw.

Zaag met een dunne, flexibele blad, gebruikt voor het maken van ingewikkelde sneden in hout of andere materialen.

Zand met een fijne korrelgrootte, vaak gebruikt in mortel en pleisterwerk.

Houtsoorten met een fijne structuur, vaak gebruikt voor interieurafwerking of meubels.

Gaas met een fijne structuur dat gebruikt wordt voor verschillende toepassingen, zoals het ondersteunen van pleisters of als hekwerk.

Machine die wordt gebruikt voor het fijn schuren van oppervlakken, zoals hout of metaal, om een gladde afwerking te verkrijgen.

Zuigapparaat dat speciaal is ontworpen om fijn stof en deeltjes van bouwmaterialen op te vangen.

Gereedschap dat wordt gebruikt om een gladde afwerking aan te brengen op muren of plafonds.

Een textielmateriaal dat wordt gebruikt om water door te laten terwijl vaste deeltjes worden tegengehouden, vaak toegepast in drainage.

Laatste afwerkingsdetails die aan een project worden toegevoegd om het af te maken.

Materiaal of systeem dat gebruikt wordt om de verspreiding van vuur en rook door openingen in een constructie te beperken.

Techniek voor het aanbrengen en bevestigen van verschillende constructie-elementen, zoals leidingen en kabels.

Koppeling of verbinding tussen leidingen, vaak gebruikt om verschillende leidingen aan elkaar te verbinden.

Een vat dat wordt gebruikt in cv-installaties om de druk te regelen door uitzetting van het water op te vangen.

Koppelingen die worden gebruikt in leidingsystemen, vaak toegepast in verwarmings- en waterinstallaties.

Het proces van het afwerken of omhullen van een hoek of rand van een constructie, vaak toegepast bij gevels.

Deuren die openen door te draaien rond een scharnier aan de bovenkant, vaak gebruikt in kleine ruimtes.

Ventiel dat opent en sluit met behulp van lucht- of vloeistofdruk, vaak toegepast in lucht- of vloeistofsystemen.

Platte houten of kunststof platen die worden gebruikt om een ruimte te scheiden of te beschermen, vaak toegepast in tijdelijke constructies.

Helling met een kleine afschuining, vaak toegepast bij daken of opritten om waterafvoer te bevorderen.

Rand of uitstekende rand van een pijp, gebruikt voor verbindingen of om extra ondersteuning te bieden.

Verbinding waarbij flenzen worden gebruikt om twee leidingen of buizen aan elkaar te bevestigen.

Verbinding waarbij flenzen worden gebruikt om twee buizen of leidingen aan elkaar te bevestigen.

Leiding gemaakt van flexibel materiaal, vaak gebruikt voor water of gas, die makkelijk te installeren en te verleggen is.

Leidingen die kunnen buigen zonder te breken, vaak gebruikt in installaties voor water, gas of elektriciteit.

Een vloer die een bepaalde mate van beweging of elasticiteit kan opvangen zonder schade.

Een voeg die beweging tussen verschillende bouwdelen kan opvangen zonder te scheuren.

Voegen die kunnen uitzetten en krimpen zonder te scheuren, vaak toegepast in vloeren en wanden.

Techniek waarbij tijdelijke verbindingen worden gebruikt tijdens de bouw, vaak in het kader van testconstructies.

Draagbare verlichting die kan worden gebruikt op bouwplaatsen voor extra zichtbaarheid.

Aansluiting die speciaal is ontworpen voor vloeistoftransport, vaak toegepast in waterleidingsystemen.

Lichtgewicht, isolerend beton dat vaak gebruikt wordt voor vloer- of dakconstructies.

Leiding met een isolerende schuimvulling om energieverlies te verminderen.

Geïsoleerd materiaal gemaakt van glas dat is gefoamd om zijn isolerende eigenschappen te verbeteren.

Reflecterende folies die warmte reflecteren en helpen bij de isolatie van daken, muren of vloeren.

Een dak dat is bedekt met een waterdichte folie voor extra bescherming tegen vocht.

Dunne lagen van kunststof die worden gebruikt voor isolatie of bescherming tegen water en vocht.

Gevelontwerp dat naast esthetiek ook praktische functies heeft, zoals ventilatie of zonwering.

Een humoristische term voor een kleine, overbodige decoratieve structuur op een gebouw.

Mallen of bekistingen gebruikt om beton in de gewenste vorm te gieten tijdens de bouw.

Zonnecellen die zonlicht omzetten in elektriciteit en vaak in zonnepanelen worden toegepast.

Techniek die wordt gebruikt om de sterkte en duurzaamheid van materialen te testen, vaak toegepast in de bouwsector.

Bouwmethode waarbij een frame van hout of staal de basis vormt voor een gebouw, vaak toegepast in woningbouw.

Het proces van het verwijderen van materiaal van een oppervlak door middel van een roterend snijgereedschap.

Techniek die gebruikt wordt om trillingen en bewegingen in constructies te verminderen.

Systeem dat frisse lucht in een gebouw toevoegt en vervuilde lucht afvoert, vaak toegepast in ventilatiesystemen.

Systeem dat zorgt voor de toevoer en circulatie van frisse lucht in een gebouw voor betere luchtkwaliteit.

Dunne strip of paneel dat wordt gebruikt om de bovenrand van een muur of dak af te werken.

Decoratieve gevel van een gebouw, vaak driehoekig van vorm, die boven een deur of raam kan worden geplaatst.

De diepte in de grond waar de temperatuur onder nul kan dalen, belangrijk bij het aanleggen van funderingen.

Afzuigkap die gebruikt wordt om dampen en rook te verwijderen uit een ruimte, vaak toegepast in laboratoria of werkplaatsen.

Bouwmethode die zich richt op het creëren van gebouwen die functioneel zijn en voldoen aan de behoeften van de gebruikers.

Ondersteunende structuur die de belasting van een gebouw of constructie naar de ondergrond overbrengt.

Een funderingsmethode waarbij het gebouw rust op een brede, ondiepe funderingsplaat direct op de grond.

Houten of stalen balk die wordt gebruikt als basis voor funderingen, vaak geplaatst onder muren of kolommen.

Systeem dat gebruikt wordt om de fundering te beschermen tegen erosie en andere schadelijke invloeden.

Wanden die in de grond worden geplaatst om grondwater tegen te houden en grondverzakkingen te voorkomen bij bouwprojecten.

Het proces van het herstellen van een verzakte of beschadigde fundering om verdere structurele problemen te voorkomen.

Maatregelen en technieken die worden toegepast om funderingen schoon en vrij van ongedierte te houden.

Stalen netten die in betonfunderingen worden gebruikt om de sterkte en stabiliteit te vergroten.

Het proces waarbij de toestand van de fundering van een gebouw wordt onderzocht om de stabiliteit te beoordelen.

Lange paal die in de grond wordt geslagen om een stevige basis te bieden voor een gebouw, vaak toegepast in zwakke of onbetrouwbare grond.

Een grote, platte fundering die het gewicht van een gebouw over een breed gebied verdeelt.

Methoden en technieken die worden toegepast bij het ontwerpen en bouwen van funderingen.

Technische tekeningen die de details van de fundering van een gebouw weergeven, inclusief afmetingen en materialen.

Vloer die direct boven de fundering ligt, vaak gemaakt van beton en ontworpen om de belasting van de bovenliggende structuren te dragen.

Het geheel van werkzaamheden dat nodig is om een fundering te leggen, inclusief het graven en het plaatsen van materialen.

Constructies of meubels die ontworpen zijn om goed samen te werken met de architectonische stijl van een gebouw.

© 2025 Copyright bouwkosten.nl B.V - Alle rechten voorbehouden - Inmiddels 2403 definities in onze database