Bouwdefinities

Stalen balk in de vorm van een “I”, veel gebruikt in de constructie voor structurele ondersteuning.

Een stalen of aluminium balk met een dwarsdoorsnede in de vorm van een I, vaak gebruikt voor dragende constructies.

Proces van het beheren van de identiteit van een gebouw of project, vaak belangrijk in architectuur en stadsplanning.

Proces van het controleren en kalibreren van meetinstrumenten om nauwkeurigheid te waarborgen.

Term die wordt gebruikt om de sterkte van ijzeren of stalen constructies te beschrijven.

Het binnendringen van geluid of vervuiling in een omgeving, vaak belangrijk in milieuevaluaties.

Evaluatie van de mogelijke effecten van een bouwproject op het milieu en de gemeenschap.

Geluid dat wordt veroorzaakt door schokken of stoten, vaak belangrijk in geluidsisolatie.

Onderzoek naar de gevolgen van een bouwproject op de omgeving, vaak vereist voor vergunningen.

Een techniek waarbij isolatiemateriaal, zoals cellulose of glaswol, in spouwmuren of vloeren wordt geblazen.

Apparatuur die in een gebouw wordt geïntegreerd, zoals keukentoestellen, waarbij het apparaat deel uitmaakt van de vaste inrichting.

Een kast die permanent in een muur of constructie is ingebouwd, vaak in keukens of slaapkamers.

Systemen en maatregelen die zijn ontworpen om inbraken in een gebouw te voorkomen.

Glas dat speciaal is ontworpen om inbraak te voorkomen, vaak bestaande uit meerdere lagen glas met een kunststof tussenlaag.

Een slot dat speciaal is ontworpen om ongewenste toegang tot een gebouw te voorkomen, vaak met extra beveiligingsfuncties.

Ontwerp dat rekening houdt met toegankelijkheid en bruikbaarheid voor alle gebruikers, ongeacht hun mogelijkheden.

De manier waarop de ruimtes in een gebouw zijn georganiseerd en verdeeld.

Uniek ontwerp dat is afgestemd op de specifieke behoeften van een gebruiker of eigenaar.

Kookplaat die inductietechnologie gebruikt om voedsel te verwarmen, vaak ingebouwd in moderne keukens.

Ontwerp dat zich richt op de productie van gebouwen en infrastructuur in industriële omgevingen.

Bouw van fabrieken, opslagplaatsen en andere grote faciliteiten die worden gebruikt voor industriële productie.

Een zeer duurzame vloerafwerking die bestand is tegen zware belasting en chemische invloeden, vaak toegepast in fabrieken en magazijnen.

Een gas dat niet snel reageert met andere stoffen, vaak gebruikt in isolerende beglazing voor betere thermische eigenschappen.

Het proces waarbij water of lucht een gebouw binnendringt, vaak belangrijk voor ventilatie en isolatie.

Een systeem voor de afvoer van regenwater waarbij het water in de bodem infiltreert in plaats van in het riool te stromen.

De structuur en organisatie van informatie binnen een gebouw of systeem, vaak belangrijk voor gebruikersgemak.

Plaats waar informatie over een bouwproject of -bedrijf kan worden verkregen, vaak voor bezoekers of belanghebbenden.

Apparaat dat infraroodstraling gebruikt om temperatuurverschillen in structuren te detecteren, vaak voor isolatieonderzoek.

Techniek die gebruikmaakt van infraroodcamera’s om temperatuurverschillen in gebouwen te detecteren, vaak voor isolatieonderzoek.

Verwarmingssysteem dat gebruikmaakt van infraroodstraling om ruimtes te verwarmen.

De basisvoorzieningen en structuren die nodig zijn voor de werking van een gebouw of stedelijke omgeving, zoals wegen, elektriciteit en waterleidingen.

Het netwerk van wegen, waterleidingen, elektriciteitskabels en andere essentiële voorzieningen binnen een gebouw of stad.

Ondersteunend systeem dat infrastructuurcomponenten verbindt, zoals wegen en leidingen.

Het proces van het graven van een gat of sleuf in de grond voor funderingen of leidingen.

Een type verbinding waarbij twee constructie-elementen in elkaar grijpen zonder dat er extra bevestigingsmiddelen nodig zijn.

Steiger die kan worden ingeklapt voor gemakkelijk transport en opslag.

Wand die kan worden ingeklapt of verplaatst om ruimtes te scheiden of samen te voegen.

Techniek waarbij materialen in een specifieke vorm of maat worden geknipt of gesneden voor gebruik in de bouw.

Vastgoed dat wordt verhuurd of geëxploiteerd om inkomsten te genereren.

Doucheruimte zonder opstap, vaak ontworpen voor toegankelijkheid en comfort.

Een kleine kamer of grote kast in een huis, gebruikt voor het opbergen van kleding en andere persoonlijke bezittingen.

Het nauwkeurig opmeten van een gebouw of constructie voor het maken van bouwtekeningen of het uitvoeren van bouwprojecten.

Materialen die zijn ontwikkeld met nieuwe technologieën en processen, vaak met verbeterde duurzaamheid, sterkte of energie-efficiëntie.

Nieuwe en geavanceerde methoden voor het bouwen van structuren, vaak gericht op efficiëntie en duurzaamheid.

Plan dat de aanpassing of integratie van een bouwproject in een bestaand gebied beschrijft.

Het proces van het indelen en afwerken van binnenruimtes in een gebouw, zoals het plaatsen van meubels en decoraties.

De manier waarop een ruimte is ingericht met meubels en decoratie.

Een oprit naar een garage of een ander gebouw, vaak verhard om voertuigen toegang te geven.

Toegangspaden of opritten naar een gebouw of terrein, vaak van asfalt of beton.

Een systeem dat wordt geïnstalleerd in de ondergrond van een inrit om sneeuw en ijs te smelten en zo de toegang veilig te houden.

Het proces van het aanpassen van de grootte of schaal van bouwplannen of ontwerpen.

Het maken van een voorlopige beoordeling of schatting van kosten of materialen voor een bouwproject.

Controle en beoordeling van constructies en systemen om de veiligheid en kwaliteit te waarborgen.

Een kleine opening in muren, vloeren of plafonds waardoor inspectie of onderhoud kan plaatsvinden zonder de constructie te beschadigen.

Het proces van het aanbrengen of monteren van apparatuur, leidingen, of andere systemen in een gebouw.

Documentatie die instructies geeft voor de installatie van apparatuur of systemen in een gebouw.

Kosten die verband houden met het aanbrengen en installeren van systemen in een gebouw.

Het vakgebied dat zich bezighoudt met het installeren en onderhouden van technische systemen in gebouwen, zoals elektriciteit, water en HVAC.

Kosten die gepaard gaan met het onderhouden van een gebouw of systeem gedurende de levensduur.

Plan dat de noodzakelijke onderhoudsactiviteiten voor een gebouw of installatie beschrijft.

De toegang of ingang van een gebouw of structuur, vaak met trappen of hellingen.

De hoogte of het niveau waarop iemand een gebouw of ruimte binnenkomt, belangrijk voor toegankelijkheid.

Stekker die in een wandcontactdoos wordt gestoken, vaak gebruikt voor elektrische installaties.

Risico dat een constructie of deel daarvan instort, vaak beoordeeld tijdens inspecties.

Het geven van richtlijnen of instructies voor het uitvoeren van bouwtaken of processen.

Apparaten die worden gebruikt om de milieu-impact van bouwactiviteiten te meten en te volgen.

Het proces van het samenbrengen van verschillende elementen of systemen binnen een bouwproject voor optimale functionaliteit.

De toestand van een constructie of materiaal dat zijn structurele en functionele eigenschappen behoudt.

Ontwerp dat gebruikers in staat stelt om te communiceren of te interageren met het gebouw of de ruimte.

Communicatiesysteem dat wordt gebruikt om te communiceren binnen een gebouw, vaak tussen verschillende ruimtes.

Een ontwerper die zich richt op het inrichten en indelen van de binnenruimtes van een gebouw.

De kunst en wetenschap van het inrichten en decoreren van binnenruimtes.

Verlichting die specifiek is ontworpen voor gebruik binnen een gebouw, vaak met een focus op esthetiek en functionaliteit.

Raam dat zich aan de binnenzijde van een muur bevindt, vaak gebruikt voor esthetische doeleinden of lichtinval.

Ruimten binnen een gebouw die zijn gescheiden door wanden of andere constructies, vaak voor privacy of functionaliteit.

De constructie binnen een gebouw die de vloeren en wanden ondersteunt en het geheel stabiliteit biedt.

Isolatie die binnen in de muren of plafonds van een gebouw wordt aangebracht.

Leidingen die zich binnenin een gebouw bevinden, zoals water- en afvoersystemen.

Een muur die binnen een gebouw wordt geplaatst om ruimtes van elkaar te scheiden, maar geen dragende functie heeft.

Het aanpassen of renoveren van het interieur van een gebouw zonder de buitenstructuur aan te passen.

Systemen die de interne werking van een gebouw ondersteunen, zoals HVAC of elektriciteitsnetwerken.

Een type funderingspaal die wordt ingetrokken in de grond om het gebouw te ondersteunen.

Kosten die gepaard gaan met het investeren in een bouwproject, inclusief materialen en arbeid.

Het proces van het plaatsen van elementen in een structuur, zoals het invoegen van tegels of stenen in een muur.

Systeem dat gegevens of materialen in een proces invoert, zoals in automatisering of bouwtechnologie.

Proces waarbij een constructie of element steeds complexer wordt, vaak in architectuur en ontwerp.

De dragende structuur van een gebouw die zich binnen de muren bevindt en het gebouw stabiliteit geeft.

Afwerking die binnen in een gebouw wordt aangebracht, zoals muren, vloeren en plafonds.

Materiaal dat wordt gebruikt om warmte- of geluidsverlies te verminderen in gebouwen.

Band die wordt gebruikt om isolatiemateriaal af te dichten of te bevestigen.

Getal dat de effectiviteit van isolatiematerialen aangeeft in het verminderen van warmteverlies.

Dubbel of driedubbel glas dat is ontworpen om thermische en geluidsisolatie te verbeteren.

Een maatstaf voor de mate waarin een materiaal in staat is om warmte te isoleren, uitgedrukt in R-waarde of U-waarde.

Een flexibele tape die wordt gebruikt om leidingen en elektrische kabels te isoleren en beschermen tegen vocht en beschadiging.

Dak dat is ontworpen om thermische isolatie te bieden, vaak met meerdere lagen.

Dubbele of driedubbele ramen met een ruimte ertussen die met lucht of gas is gevuld om warmteverlies te beperken.

Ontwerpproces dat bestaat uit herhaaldelijke aanpassingen en verbeteringen.