Oeverbeschoeiing
Structuren aan de rand van een waterlichaam die worden gebruikt om de oever te beschermen tegen erosie en schade.
Structuren aan de rand van een waterlichaam die worden gebruikt om de oever te beschermen tegen erosie en schade.
Schatting van de kosten en tijd die nodig zijn voor het voltooien van een bouwproject of taak.
Formele documenten die de voortgang en status van een bouwproject vastleggen.
De natuurlijke en gebouwde ruimte rondom een bouwproject, die invloed kan hebben op het ontwerp en de constructie.
Onderzoek dat wordt uitgevoerd om de impact van een bouwproject op de omgeving te beoordelen.
Richtlijnen en procedures die worden gevolgd om de impact van bouwprojecten op de omgeving te beheersen.
Professional die expertise heeft in het beoordelen van de impact van bouwprojecten op de omgeving.
Externe elementen die van invloed zijn op de planning en uitvoering van een bouwproject, zoals klimaat en regelgeving.
Vergunning die vereist is om een bouwproject te starten, waarbij de impact op de omgeving wordt beoordeeld.
Fysieke barrière die wordt gebruikt om een bouwplaats af te sluiten voor veiligheid en privacy.
Verhardingsmateriaal dat zonder onderbrekingen wordt aangebracht, zoals een doorlopende betonvloer zonder voegen.
Inspectie uitgevoerd door een externe partij om de kwaliteit en veiligheid van een bouwproject te waarborgen.
Vloerbedekking die geen extra afwerking heeft, zoals een betonnen vloer die nog niet is afgewerkt met tegels of tapijt.
De constructie of basis van een gebouw die zorgt voor stabiliteit en steun aan de bovenliggende structuren.
De basisstructuur waarop een gebouw of constructie wordt gebouwd, zoals funderingen en dragende wanden.
Specifieke componenten die samen een groter systeem of structuur vormen.
De onderkant van een raamopening, vaak van steen of hout, die het raam ondersteunt en afwerkt.
Constructies waarbij funderingen worden geplaatst die dieper in de grond reiken voor extra stabiliteit, vaak gebruikt in onbetrouwbare grond.
Het proces van het verzorgen en repareren van gebouwen en infrastructuur om hun functionaliteit en uiterlijk te behouden.
Overeenkomst tussen een opdrachtgever en een aannemer voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan een gebouw of infrastructuur.
Verbinding tussen verschillende delen van een structuur die zorgt voor stabiliteit en ondersteuning.
Constructies die de hoofdfunctie van een gebouw of systeem ondersteunen, zoals kolommen of liggers.
Extra structuur of materiaal dat wordt toegevoegd om de stabiliteit van een constructie te verbeteren.
Een verticale structuur die extra ondersteuning biedt aan een constructie, vaak geplaatst onder balken of liggers.
Materialen en gereedschappen die worden gebruikt om de bouwprocessen te vergemakkelijken en te ondersteunen.
Kosten die ontstaan door onvoorziene omstandigheden tijdens een bouwproject.
Een onverwachte pauze in de werkzaamheden, vaak door externe factoren zoals weersomstandigheden of materiaaltekort.
Document dat de details van een ongeval op een bouwplaats vastlegt, vaak voor juridische en veiligheidsdoeleinden.
Vastgoed dat niet kan worden verplaatst, zoals gebouwen, grond en infrastructuur.
Het proces waarbij een overeenkomst of contract wordt beëindigd.
Document dat de voorwaarden uiteenzet voor het beëindigen van een contract tussen partijen.
Informatie die nodig is voor de uitvoering of planning van een bouwproject, maar die niet beschikbaar is.
Een laag van materiaal dat wordt geplaatst tussen twee andere lagen om beweging of scheiding te vergemakkelijken, zoals tussen een vloer en ondervloer.
Gebied binnen een gebouw dat is ontworpen voor vergaderingen en andere samenkomsten.
Gebied binnen een gebouw dat is ontworpen voor recreatie en ontspanning.
Het proces van het verwijderen van materialen of onderdelen uit een constructie, vaak als onderdeel van renovatie of sloop.
Proces van het verwijderen van vocht uit de lucht of materialen, vaak belangrijk in de bouw om schimmelvorming te voorkomen.
Het proces van het creëren van plannen en specificaties voor een gebouw of infrastructuur.
Bedrijf dat gespecialiseerd is in het creëren van bouwontwerpen en -plannen.
Specificaties en vereisten die moeten worden voldaan bij het ontwerpen van een gebouw of constructie, vaak vastgelegd in bouwvoorschriften.
Fase in een bouwproject waarin ontwerpen worden gemaakt en goedgekeurd voordat de constructie begint.
Het proces van het verbeteren of vernieuwen van een bepaald gebied, vaak door middel van nieuwe bouwprojecten.
Financieel fonds dat wordt gebruikt om bouwprojecten te financieren en te ondersteunen.
De reeks stappen en fasen die worden doorlopen bij het realiseren van een bouwproject.
Een fundering die niet genoeg sterkte of stabiliteit biedt om de belasting van een gebouw of constructie te dragen, wat kan leiden tot verzakkingen of schade.
Opslagruimte binnen een gebouw voor gereedschap en materialen.
Het proces van het construeren van een gebouw of structuur, vaak in fasen of stappen.
De hoogte van de opbouw van een constructie of gebouw, vaak gemeten vanaf het grondniveau tot het hoogste punt.
Systemen of methoden die worden gebruikt voor de opbouw en assemblage van bouwonderdelen, zoals prefabricatie of modulair bouwen.
Specifieke taak of verantwoordelijkheden die aan een persoon of team zijn toegewezen binnen een bouwproject.
Persoon of organisatie die een bouwproject in gang zet en verantwoordelijk is voor de financiering.
Een gevel met grote openingen, zoals ramen of deuren, vaak gebruikt voor esthetische doeleinden of om een panoramisch uitzicht te bieden.
Ongestructureerde buitenruimte die kan worden gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals recreatie of evenementen.
Een ontwerpconcept waarbij de interne structuur van een gebouw zichtbaar is en geen afwerking of bekleding heeft.
Gebied dat eigendom is van de overheid en toegankelijk is voor het publiek, zoals parken en straten.
Ruimte die toegankelijk is voor het publiek, vaak in stedelijke gebieden, zoals parken en pleinen.
Een trap of andere structuur die toegang biedt tot een hoger gelegen verdieping in een gebouw.
Een locatie of station waar elektrische voertuigen kunnen worden opgeladen, vaak uitgerust met laadapparatuur en voorzieningen.
Structuur voor training en educatie van personeel in de bouwsector.
Het proces waarbij een bouwproject officieel wordt voltooid en aan de opdrachtgever wordt overhandigd.
Chemische stof die wordt gebruikt om andere stoffen op te lossen, vaak in de context van verf en coatings.
Voorstel of methode om een probleem of uitdaging in een bouwproject aan te pakken.
Technieken en materialen die worden toegepast om vochtproblemen in gebouwen te voorkomen of te verhelpen.
De tijd die nodig is om een probleem op te lossen binnen een bouwproject.
Het totale gebied van de buitenkant van een gebouw of constructie, vaak gemeten in vierkante eenheden.
Proces waarbij een oppervlak wordt voorbereid of behandeld om de levensduur of uitstraling te verbeteren.
Water dat zich ophoopt op de oppervlakte van een terrein, vaak door regen of sneeuwsmelt, dat kan worden afgevoerd door drainage- of afwatersystemen.
Een helling of plaat die wordt gebruikt om toegang te bieden tot een verhoogd gebied, vaak toegepast bij garages of laadperrons.
Document dat wordt verzonden naar aannemers of leveranciers om offertes te vragen voor specifieke bouwwerkzaamheden.
Tijdelijke stopzetting van werkzaamheden, vaak als gevolg van externe factoren of onvoorziene omstandigheden.
De hoeveelheid ruimte die beschikbaar is voor het opslaan van materialen en gereedschappen op een bouwplaats.
Ruimte of gebouw dat wordt gebruikt voor het opslaan van materialen en gereedschappen.
Kosten die worden gemaakt bij het opzetten van een bouwproject, zoals vergunningen en voorbereidende werkzaamheden.
Ideale toestand van materialen of structuren voor maximale prestaties en duurzaamheid.
Extra functies of services die kunnen worden toegevoegd aan een bouwproject, maar niet verplicht zijn.
Voorbereidende plannen en ontwerpen voor een bouwproject.
Persoon die toezicht houdt op de voortgang en kwaliteit van de werkzaamheden op een bouwplaats.
Structuur en coördinatie van verschillende onderdelen van een bouwproject of bedrijf.
Vermogen van een organisatie om bouwprojecten effectief te beheren en uit te voeren.
Indeling van een bedrijf of projectteam, die verantwoordelijkheden en communicatiekanalen definieert.
Isolatiemateriaal gemaakt van organische stoffen zoals cellulose of schapenwol, vaak gekozen voor zijn milieuvriendelijke eigenschappen.
Het proces waarbij eigendom, verantwoordelijkheden of taken worden overgedragen van de ene partij naar de andere, vaak bij de oplevering van een bouwproject.
Juridisch document dat de voorwaarden en afspraken tussen partijen in een bouwproject vastlegt.
Element dat de verbinding vormt tussen twee verschillende onderdelen of structuren.
Gebied dat de overgang markeert tussen twee verschillende structuren of omgevingen.
Kosten die niet direct aan een specifiek project zijn toegewezen, zoals administratie en managementkosten.
Kosten die niet direct worden toegewezen aan specifieke bouwonderdelen of werkzaamheden, zoals administratie of projectmanagementkosten.
Situatie waarbij twee of meer elementen in een bouwproject gedeeltelijk samenkomen of elkaar beïnvloeden.
Situatie waarbij materialen of constructies elkaar raken of gedeeltelijk over elkaar heen liggen.
Bespreking tussen betrokken partijen in een bouwproject om problemen en voortgang te bespreken.
De manier waarop communicatie en overleg tussen betrokken partijen in een bouwproject zijn georganiseerd.
Een ruimte in een gebouw die dient als verbinding tussen verschillende verdiepingen of secties, vaak een gang of trap.
Een onderdeel van een dak dat uitsteekt voorbij de gevel van een gebouw, vaak gebruikt om te beschermen tegen regen.