Bouwdefinities

Het onderste horizontale deel van een raamkozijn dat water wegvoert en bescherming biedt tegen vocht.

Inkeping in een raamkozijn waarin het glas wordt geplaatst en vastgezet.

De structuur van een raam, inclusief de kozijnen, stijlen en liggers, die het raam op zijn plaats houdt en ondersteunt.

Houten of kunststof planken die worden gebruikt voor gevelbekleding of schuttingen.

Verwarmingssysteem dat warmte afgeeft door middel van straling, vaak geplaatst onder ramen.

Zaag met een draaibaar zaagblad, gebruikt voor het maken van precieze zaagsneden in hout of ander bouwmateriaal.

Afstandsbediening die wordt gebruikt om bouwmachines zoals kranen of betonpompen te bedienen.

Systeem van rails en bevestigingen dat wordt gebruikt voor het geleiden van deuren, schuifwanden of andere elementen.

Systeem van metalen rails en bevestigingen dat wordt gebruikt om schuifdeuren te geleiden.

Openingen in muren die voorzien zijn van glas om licht en ventilatie mogelijk te maken.

Bouwcomponenten die de toegang tot en het uitzicht uit een gebouw regelen, vaak voorzien van glas en een frame.

De ruimte in een muur waar een raam wordt geplaatst, vaak gedefinieerd door afmetingen en plaatsingsvereisten.

Professionele schoonmaker die zich richt op het reinigen van ramen, vaak op hoogte.

De eisen en beperkingen die moeten worden gevolgd bij het ontwerpen en bouwen van een project, zoals lokale bouwvoorschriften en klantbehoeften.

Boormachine met een ratelmechanisme, vaak gebruikt voor het indraaien van schroeven of bouten.

Constructieve inkeping in een vloer of dak, gebruikt om leidingen of balken door te voeren zonder de stabiliteit van de constructie te verminderen.

Een stalen of houten balk die een onderbreking in een draagconstructie opvangt, zoals bij een trapgat.

Kranen of hijsinrichtingen die gebruikt worden voor het verplaatsen van zware bouwmaterialen op een werkplaats.

Ventilatiekanaal met een rechthoekige doorsnede, vaak gebruikt in luchtbehandelingssystemen.

Funderingstype met een rechthoekige vorm, vaak gebruikt voor huizen en kleine gebouwen.

Een geometrische vorm met vier zijden en rechte hoeken, vaak toegepast in de indeling van kamers en gebouwen.

Het herbouwen of herstellen van een beschadigd of verouderd gebouw of infrastructuur.

Een faciliteit waar bouwmaterialen zoals hout, metaal en beton worden gesorteerd en hergebruikt.

Duurzaam hout van de rode cederboom, vaak gebruikt voor gevelbekleding en daken.

Veiligheidskooi die wordt gebruikt om werknemers te beschermen tegen vallende objecten of bij noodsituaties op hoogte.

Lange houten balken die worden gebruikt als ondersteuning in wanden of plafonds, vaak voor gipsplaten.

Houten of metalen frame dat wordt gebruikt voor het ondersteunen van gipsplaten of andere wandbekledingen.

Materialen of structuren die bestand zijn tegen schade door regen en vocht.

Beton dat is samengesteld om beter bestand te zijn tegen regen en vocht, vaak gebruikt voor buitentoepassingen.

Eigenschap van een gebouw of materiaal om te weerstaan aan regenwater en lekken te voorkomen.

Verticaal element van een regenwaterafvoersysteem dat water van het dak naar de grond of riolering leidt.

Container waarin regenwater wordt opgevangen voor hergebruik, bijvoorbeeld voor tuinbewatering.

Systeem van goten en leidingen om regenwater van daken en andere oppervlakken af te voeren.

Systeem of reservoir dat wordt gebruikt om regenwater tijdelijk op te slaan voor hergebruik of gecontroleerde afvoer.

Het herstellen en verbeteren van bestaande structuren om hun bruikbaarheid en veiligheid te herstellen, vaak toegepast bij historische gebouwen.

Het maximale gebied dat een bouwkraan of ander hijswerktuig kan bereiken.

Meetapparaat dat wordt gebruikt om de maximale bereikbare afstand van een hijswerktuig te bepalen.

Borstel die wordt gebruikt om bouwmaterialen zoals metselwerk en tegels schoon te maken.

Chemische producten die worden gebruikt om bouwmaterialen schoon te maken, zoals bakstenen, vloeren of tegels.

Een vastgesteld schema en procedures voor het schoonmaken en onderhouden van bouwmaterialen en -ruimtes.

Methoden en apparatuur die worden gebruikt voor het schoonmaken van bouwmaterialen en -ruimtes, zoals hogedrukreiniging of chemische reiniging.

Systeem van rails en katrollen dat wordt gebruikt om zware lasten binnen een gebouw te verplaatsen.

Diagonale versteviging in een constructie om deze stabiel te houden tegen zijwaartse krachten.

Horizontale veiligheidsbarrière, vaak gebruikt op trappen, balkons en bouwsteigers.

Het proces van het herstellen of verbeteren van een bestaand gebouw of structuur.

Speciaal soort mortel dat wordt gebruikt om bestaande muren of structuren te herstellen en te versterken.

Een document dat de geplande verbeteringen en reparaties aan een bestaand gebouw beschrijft.

Het vernieuwen, herstellen of verbeteren van een bestaand gebouw of constructie.

Bouwcomponenten die in een herhalend patroon worden toegepast om esthetische of functionele redenen, zoals herhalende balken of pilaren.

De geschatte resterende levensduur van een bouwcomponent of -materiaal voordat het vervangen moet worden.

Overgebleven bouwmaterialen na voltooiing van een project, vaak hergebruikt of gerecycled.

Precisiegereedschap dat een laserstraal uitzendt om rechte lijnen te projecteren, vaak gebruikt bij uitlijning van muren en vloeren.

Een traditionele dakbedekking van riet, vaak gebruikt voor zijn esthetische waarde en goede isolerende eigenschappen.

Traditionele dakbedekking gemaakt van rietstengels, vaak gebruikt bij historische of landelijke gebouwen.

Het gebruik van touwen, kabels en katrollen om zware materialen op een bouwplaats te verplaatsen.

Een verhard oppervlak op een bouwterrein of parkeerplaats dat wordt gebruikt voor het rijden en parkeren van voertuigen.

Verhoogde rand of barrière langs een dak of balkon voor veiligheidsdoeleinden.

Stalen of kunststof platen die worden gebruikt om tijdelijke toegangswegen te creëren op bouwplaatsen.

Huizen die in een rij naast elkaar zijn gebouwd, waarbij elke woning een eigen ingang heeft.

Het ontstaan van kleine deukjes of golven in een oppervlak, vaak als gevolg van verkeerd aanbrengen of verouderen van materialen.

Een horizontale balk die rondom een gebouw of structureel element wordt geplaatst voor extra ondersteuning en stabiliteit.

Plan dat de locatie en aanleg van riolering en afvoerleidingen binnen een bouwproject beschrijft.

Pomp die wordt gebruikt om afvalwater van een lager gelegen deel van een gebouw naar het rioleringssysteem te verplaatsen.

Het controleren van rioleringssystemen met behulp van speciale camera’s om eventuele blokkades of schade op te sporen.

Een soort steen die vaak wordt gebruikt in landscaping en bestrating, afkomstig uit rivierbeddingen en gekenmerkt door zijn gladde oppervlak.

Metseltechniek waarbij stenen diagonaal in een muur worden geplaatst voor decoratieve of structurele doeleinden.

Draagbalk die dwars op de lengterichting van een dak ligt en de dakbedekking ondersteunt.

Verf die speciaal is ontwikkeld om metalen oppervlakken te beschermen tegen corrosie.

Horizontale rijen van metselwerk, vooral gebruikt in gevels voor decoratieve of structurele doeleinden.

Verstelbare luiken die worden gebruikt om ramen te beschermen en de lichtinval te reguleren.

Flexibel meetinstrument dat wordt gebruikt om afstanden op een bouwplaats nauwkeurig te meten.

Een systeem van bewegende onderdelen op een rol, vaak gebruikt in schuifdeuren of ramen voor een soepel werkende opening.

Mobiele steiger op wielen, gebruikt voor tijdelijke hoogwerkzaamheden.

Cirkelvormige fundering die wordt gebruikt bij bepaalde typen structuren, zoals silo’s of torens.

Onbewerkt hout dat in zijn natuurlijke, ronde vorm wordt gebruikt, vaak voor hekken of palen.

Het systeem dat wordt gebruikt om rook en schadelijke gassen veilig uit een gebouw te verwijderen, vaak via schoorstenen of ventilatiekanalen.

Materialen die zijn ontworpen om rookpenetratie te voorkomen, vaak toegepast in brandwerende bouwtoepassingen.

Deuren die speciaal zijn ontworpen om te voorkomen dat rook door de deurleef gaat in geval van brand.

Systeem dat wordt gebruikt om rookgassen van verwarmingsapparaten naar buiten te voeren.

Een apparaat dat rook detecteert en een alarm geeft om brand te waarschuwen.

Plaat met openingen, vaak van metaal, die wordt gebruikt voor ventilatie of als looppad op bouwsteigers.

Mechanismen die worden gebruikt om bouwonderdelen, zoals ramen of daken, te draaien of te kantelen voor betere toegang of ventilatie.

Materialen die speciaal zijn ontworpen of behandeld om weerstand te bieden tegen rotting, vaak gebruikt in vochtige omgevingen.

Heipaal die in de grond wordt gedraaid in plaats van geslagen, vaak gebruikt in zachte grond of stedelijke gebieden.

Een kraan die in staat is om 360 graden te draaien, wat de flexibiliteit op een bouwplaats vergroot.

Een bodemtype bestaande uit grote stukken rots, vaak moeilijk te bewerken bij funderingswerkzaamheden.

Term die wordt gebruikt om te verwijzen naar een stabiele en veilige fundering.

Isolatiemateriaal gemaakt van gesponnen vulkanisch gesteente, vaak gebruikt voor thermische en akoestische isolatie.

Hamer met een rubberen kop, vaak gebruikt om materialen te plaatsen zonder ze te beschadigen.

Ontwerpen of technieken die zijn gericht op het efficiënter benutten van beschikbare ruimte binnen een gebouw.

Het plannen en reguleren van landgebruik en bouwontwikkelingen binnen een bepaald gebied.

Het proces van het ontwerpen en organiseren van de indeling en functie van ruimtes binnen een gebouw om efficiëntie en functionaliteit te waarborgen.

Systeem dat de temperatuur, luchtvochtigheid en ventilatie in een gebouw beheert.

Gereedschap met een scherp blad dat wordt gebruikt om verf of vuil van glas te verwijderen.

Diagonale dakspanten die de dragende structuur van een dak vormen.

Bouwstijl of materiaalgebruik dat een natuurlijke, ongepolijste uitstraling heeft, vaak toegepast in landelijke gebouwen.

Natuursteen met een ruwe afwerking, vaak gebruikt in gevelbekleding of tuinmuren.

Beton dat nog niet is afgewerkt of gepolijst, vaak toegepast in de funderings- of basisstructuren van een gebouw.

De fase van de bouw waarin de structurele elementen van een gebouw worden voltooid, zoals muren, vloeren en daken.

Classificatie die de oppervlaktekwaliteit van een materiaal aangeeft, vooral bij metselwerk en beton.