Bouwdefinities

Een metalen of houten balk met een dwarsdoorsnede in de vorm van een L, gebruikt voor constructieve doeleinden.

Een oplaadpunt voor elektrische voertuigen, vaak geplaatst in parkeergarages of openbare ruimtes.

Bouw van een of twee verdiepingen, vaak gebruikt in residentiële constructies.

De massa van een materiaal per volume-eenheid, belangrijk voor isolatie en structurele eigenschappen.

De dikte van een materiaal of constructie, van belang voor structurele integriteit en isolatie.

Een type beton dat bij lagere druk wordt gemengd, vaak gebruikt voor specifieke toepassingen.

Gebied dat lager ligt dan het omringende terrein, vaak met speciale bouwvereisten.

Hulpmiddelen die worden gebruikt om hoogte te bereiken, gemaakt van hout, metaal of kunststof.

Een decoratieve houten of kunststof bekleding van de onderste helft van een muur, vaak toegepast in klassieke interieurs.

Dunne platen of lagen die worden gebruikt in bouwmaterialen zoals multiplex of gelaagd hout.

Dunne, platte materialen die vaak worden gebruikt in de bouw voor isolatie of afwerking.

Wandconstructie bestaande uit lamellen of panelen, vaak gebruikt in moderne architectuur voor een open uitstraling.

Een type vloerbedekking waarbij houten lamellen op een ondergrond worden gelijmd, vaak een voordeliger alternatief voor massief hout.

Materiaal dat bestaat uit meerdere lagen, vaak gebruikt voor vloeren, dat duurzaamheid en esthetiek biedt.

Professional die verantwoordelijk is voor het meten en in kaart brengen van land voor bouwprojecten.

Een ontwerper die zich richt op de inrichting van buitenruimtes zoals tuinen, parken en stadspleinen.

Ontwerp en planning van buitenruimtes, inclusief tuinen, parken en andere groene gebieden.

Een traditionele boerderij met een lange, doorgaande gevel, vaak gevonden in Nederland en België.

Een periode van tijd waarin bouwprojecten of -strategieën worden gepland voor toekomstige ontwikkeling.

Een constructieve verbinding tussen twee stukken hout waarbij de lange zijde van de stukken hout met elkaar verbonden wordt.

Gereedschap dat wordt gebruikt om materialen door middel van lassen aan elkaar te bevestigen.

Proces waarbij twee of meer materialen worden samengevoegd door middel van verhitting en/of druk.

Toegangsproblemen die kunnen optreden bij het bereiken van bepaalde delen van een bouwplaats, vaak een aandachtspunt voor veiligheidsplanning.

Het proces van het gelijkmatig verdelen van gewicht en belasting over een constructie om structurele integriteit te waarborgen.

Een verbinding tussen twee metalen onderdelen die door middel van lassen (smelten en samenvoegen) tot stand wordt gebracht.

Een horizontale balk boven een opening zoals een raam of deur, die het gewicht van de bovenliggende muur draagt.

Een verticale of horizontale schacht in een gebouw waar leidingen doorheen worden geleid.

Een dakbedekking van platte, dunne stenen of leien, vaak toegepast op klassieke en traditionele gebouwen.

Structuren die zijn ontworpen om steun te bieden of valgevaar te voorkomen, vaak langs trappen en balkons.

Evaluatie van de milieu-impact van een bouwproject gedurende zijn levensduur, van constructie tot afbraak.

De periode dat een bouwmateriaal of constructie functioneel blijft en voldoet aan de vereisten.

Totale kosten van het bezit van een gebouw of constructie over de gehele levensduur, inclusief onderhoud en operationele kosten.

Bedrijf of individu dat bouwmaterialen of diensten levert aan een bouwproject.

Inspectie en evaluatie van een leverancier om ervoor te zorgen dat deze voldoet aan kwaliteitsnormen.

Overeenkomst tussen een leverancier en een bouwbedrijf met betrekking tot de levering van materialen of diensten.

Een planning die de tijdstippen en volgorde van materiaalleveringen tijdens een bouwproject aangeeft.

Lasten die door het lichaam van een arbeider worden gedragen, essentieel voor ergonomisch ontwerp in de bouw.

Materialen zoals piepschuim of schuimbeton die worden gebruikt om ophogingen in de grond te creëren zonder veel gewicht toe te voegen.

Een niet-dragende muur die dient om ruimtes binnen een gebouw te scheiden, vaak gemaakt van gipsplaten of hout.

Systeem van verlichting dat in een gebouw is aangebracht, ontworpen voor functionaliteit en esthetiek.

Dakstructuur die natuurlijk licht in een gebouw laat binnenkomen, vaak gemaakt van glas of kunststof.

De hoeveelheid natuurlijk licht die een ruimte ontvangt, belangrijk voor energie-efficiëntie en comfort.

De helderheid van een lichtbron, belangrijk voor het ontwerpen van effectieve verlichtingssystemen in gebouwen.

Een lange strook van dakramen die natuurlijk licht binnenlaat in grotere gebouwen zoals fabrieken of atriums.

Systeem dat wordt gebruikt om mensen en goederen tussen verschillende verdiepingen van een gebouw te vervoeren.

De ruimte in een gebouw waar de motoren en mechanische systemen van een liftinstallatie zijn ondergebracht.

De ruimte onderin een liftschacht waar de liftcabine in z’n laagste positie naartoe gaat.

Raam dat horizontaal is geplaatst, vaak gebruikt in moderne architectuur.

Horizontale draagbalken in een constructie die het gewicht van vloeren of daken ondersteunen.

Een kleefmiddel dat wordt gebruikt om materialen aan elkaar te bevestigen, vaak in de vorm van een vloeistof of pasta.

Een constructie opgebouwd uit gelamineerd hout, waarbij meerdere lagen hout met elkaar zijn verlijmd voor extra sterkte.

Een kraan die wordt gebruikt om zware prefab beton- of houtconstructies nauwkeurig op hun plaats te leggen.

Gereedschap dat wordt gebruikt voor het aanbrengen van lijm in een nauwkeurige lijn of patroon.

Specifiek type lijm dat wordt gekozen op basis van het te verbinden materiaal en de toepassing.

Gereedschap dat een rechte, zichtbare laserstraal projekteert voor het nauwkeurig uitlijnen van bouwmaterialen.

Document of tabel die de specificaties en details van materialen en werkzaamheden bevat.

Vloerbedekking die is ontworpen om bestand te zijn tegen vocht, vaak gebruikt in commerciële keukens.

Zware, buigzame metalen leidingen die in het verleden veel werden gebruikt voor water- en gasleidingen.

Traditionele leiding gemaakt van lood, vaak gebruikt in oudere gebouwen maar nu minder populair vanwege gezondheidsrisico’s.

Document waarin de voortgang, gebeurtenissen en wijzigingen van een bouwproject worden bijgehouden.

Een bouwbedrijf dat actief is in een bepaalde regio of gemeenschap.

Specifieke regels en voorschriften die van toepassing zijn op bouwprojecten in een bepaald gebied.

Vakman die gespecialiseerd is in het installeren en onderhouden van leidingen en sanitaire systemen.

Specifiek gereedschap dat wordt gebruikt door loodgieters, zoals pijpsnijders en fittingen.

Hulpmiddel dat wordt gebruikt om verticale lijnen en hoeken nauwkeurig te markeren tijdens de bouw.

Een constructie die perfect verticaal of horizontaal is, vaak gecontroleerd met behulp van een loodlijn.

Een lijn die precies verticaal of horizontaal loopt, belangrijk voor nauwkeurige constructie.

Groot gebouw voor het opslaan of onderhouden van voertuigen, machines of materialen.

Dunne platen lood die worden gebruikt voor waterdichting op daken, rond schoorstenen of bij dakramen.

Verf zonder lood, vaak gebruikt in milieuvriendelijke bouwprojecten om gezondheidsschade te voorkomen.

Overeenkomst tussen een werknemer en een werkgever, specifiek voor werk in de bouwsector.

Tijdelijke of permanente constructie die gebruikt wordt om over een obstakel te lopen, vaak tijdens bouwprojecten.

Het oppervlak van een trap of brug waarover mensen lopen, moet veilig en antislip zijn.

Het systeem van leidingen en kanalen dat zorgt voor de afvoer van lucht uit een gebouw, bijvoorbeeld bij ventilatiesystemen.

Een apparaat dat lucht in een gebouw filtert, verwarmt, koelt en ventileert voor een comfortabel binnenklimaat.

Beweging van lucht binnen een gebouw, essentieel voor ventilatie en temperatuurregulatie.

Apparaat dat lucht samendrukt en opslaat voor gebruik in verschillende gereedschappen en machines.

Een bouwmethode die gericht is op het minimaliseren van luchtlekken, met het oog op energie-efficiëntie.

De mate waarin een gebouw of ruimte in staat is om luchtlekkage te voorkomen, belangrijk voor energie-efficiëntie.

Materialen zoals kit of tape die worden gebruikt om openingen en kieren in een gebouw af te dichten.

Systeem dat ervoor zorgt dat er geen luchtlekkage is in een gebouw, vaak met isolatiematerialen en afdichtmiddelen.

De mate waarin een materiaal of constructie lucht doorlaat, vaak van belang bij isolatie en ventilatie.

Een test om te bepalen hoe luchtdicht een gebouw is, door drukverschillen te creëren en lekken op te sporen.

Systeem dat wordt gebruikt om luchtverontreinigingen te verwijderen, vaak in HVAC-systemen.

Buizen die lucht transporteren binnen een HVAC-systeem voor ventilatie en temperatuurregulatie.

Een fundering waarbij gebruik wordt gemaakt van luchtdruk om de stabiliteit van een gebouw te verbeteren.

De conditie van de lucht in en om een gebouw, belangrijk voor de gezondheid en het comfort van bewoners.

Een verticale ruimte in een gebouw waardoor lucht wordt afgevoerd, vaak onderdeel van een ventilatiesysteem.

Flexibele buis die wordt gebruikt om lucht te vervoeren, vaak in pneumatische systemen.

Een lege ruimte tussen twee muren of wanden, vaak gebruikt voor isolatie en ventilatie.

Het proces van het vervangen van lucht in een ruimte om de luchtkwaliteit te verbeteren.

Systeem dat verse lucht in een gebouw inbrengt en vervuilde lucht afvoert voor een betere luchtkwaliteit.

De hoeveelheid waterdamp in de lucht, van belang voor de energie-efficiëntie en het comfort van gebouwen.

Overdekte constructie die aan een gebouw is bevestigd, vaak gebruikt om beschutting te bieden aan ingangen of ramen.